Joodse feesten 

Jaarlijkse feesten 

3 keer per jaar vierden de Joden feest rond de oogst. Voor die feesten reisden de Joden naar Jeruzalem om in de tempel te offeren. Daarom worden deze feesten ‘pelgrimsfeesten’ genoemd. De feesten staan in de volgorde waarin ze volgens de Joodse indeling van het jaar worden gevierd.

 

 

 Het feest van de Tempelwijding of Inwijdingsfeest (Chanoeka, 1 Makkabeeën 4:26-61) 

Dit feest is niet door God ingesteld, maar herinnert aan een belangrijke historische gebeurtenis van Israël. Het Chanoekafeest, dat in December gevierd wordt, gaat terug op een verhaal in het Deuterocanieke boek 1 Makkabeeën. Deze Deuterocanieke boeken Het Feest van het Ongedesemde Brood (Exodus 12:1-27 en Leviticus 23:4-7) of Pesach 

Dit feest, beter bekend als Pesach, zijn eigenlijk twee feesten: Pesach en het Feest van het Ongedesemde Brood. Het wordt gevierd aan het begin van het oogstseizoen, als de gerst voor het eerst van de gewassen wordt geoogst. 

 

  1. Pesach, het Joodse paasfeest. Tijdens dit feest herdenken de joden de uittocht uit Egypte. Op de veertiende dag van de eerste maand werd het pesachoffer bereid. Daarom begint ‘s avonds de viering met de sedermaaltijd. Ieder onderdeel van deze maaltijd herinnert aan de slavernij in Egypte en de uittocht naar het beloofde land. 
  1. Het Feest van het Ongedesemde Brood (Matsot). Dit feest begint de dag na Pesach en duurt 7 dagen. Tijdens deze periode eet het volk matses (brood zonder gist), omdat Mozes en de Israëlieten dit aten vlak voor hun vlucht uit Egypte.  

 

 

 

Het Loofhuttenfeest (Leviticus 23:24 en Numeri 29:1) 

De zevende maand was een maand vol met vieringen, die voor het grootste deel in Jeruzalem plaatsvonden. Ook deze feesten zijn verbonden met het oogstritme. Het was de afsluiting van alle oogsten, als het graan gedorst en de druiven geperst waren (Deuteronomium 16:13). 

 

  1. De Dag van de Ramshoorn (Jom Hasjofar, in het Nederlands ook aangeduid als Bazuinenfeest, Leviticus 23:24 en Numeri 29:1) – Later werd deze dag Rosj Hasjana genoemd, het Joodse nieuwjaar. De sjofar (ramshoorn) werd geblazen om het volk op te roepen tot bezinning. De tien dagen die daarna komen vormen een periode van inkeer, waarin het volk nadenkt over wat ze hebben gedaan, om zo in het reine te komen met andere mensen en met God. 
  1. Grote verzoendag (Jom Kippoer, Leviticus 16:12-25 en 23:27-32) -Op de tiende dag na Rosh Hasjana is het Grote Verzoendag; een dag van vasten (niet eten) en rust. Op deze dag ging de hogepriester het Allerheiligste binnen, het gedeelte van de tempel waar de ark van het verbond stond. Hij sprenkelde bloed op en voor de verzoeningsplaat die op de ark ligt. Dit is het teken van de verzoening tussen God en zijn volk. De zonden van het volk worden bedekt (kippoer betekent bedekken) en stonden niet langer tussen God en zijn volk in. 
  1. Loofhuttenfeest (Soekot, Leviticus 23:33-44) -Tijdens dit feest verblijft het volk in zelfgemaakte tenten (loofhutten) als herinnering aan de tocht door de woestijn. In de bijbelse tijd was er dagelijks een ceremonie, waarbij water uit de vijver van Siloam geschept werd. Ook zong het volk het ‘Halleel’ (Psalmen 113-118) en werden er vier grote kadelaars in het voorhof van de tempel ontstoken. Op de laatste dag van dit feest viert het volk tegenwoordig de ‘vreugde van de Wet’ (Simchat Tora): de jaarlijkse cyclus lezingen uit de Thora wordt afgesloten en herhaalt weer. 

 

 

behoren niet tot de Hebreeuwse heilige geschriften (de Tenach, ons Oude Testament) en worden ook niet door de protestantse kerken als gezaghebbend erkend. Er zijn wel edities van de Bijbel, waarin ze als extra katern zijn opgenomen. Dit feest van de tempelwijding herinnert aan de overwinning van het Joodse volk onder leiding van de Makkabeeën op Antiochius IV Epifanes, Het is een lichtjesfeest.  

 

Poerim of Lotenfeest (Ester) 

Dit feest is niet door God ingesteld. Poerim (of Poeriem) wordt gevierd ter herdenking van de gebeurtenissen in het bijbelboek Ester. Volgens dat verhaal wilde Haman alle Joden uitroeien die in de burcht van Susa woonden. Esther en haar pleegvader Mordechai ontdekten het plan van Haman en wisten het Joodse volk te redden. Het is een uitbundig feest met verkleedpartijen en heel veel lekkernijen in het vroege voorjaar. 

 

Overige feesten 

De overige feesten hebben een andere datum dan een keer per jaar.  

 

Sabbatsjaar en jubeljaar (Leviticus 25 en Deuteronomium 15) 

Volgens de bijbelteksten moeten er 1 keer in de 7 jaar een sabbatsjaar worden gevierd. Schulden worden kwijtgescholden en het land wordt niet ingezaaid, zodat het volk tot rust kan komen. Na 7 sabbatsjaren wordt er in het 50e jaar een speciaal sabbatsjaar gevierd dat het ‘Jubeljaar’ wordt genoemd. In dat heilige jaar krijgen de Israëlitische staven hun vrijheid terug 

 

Bron: https://bijbel.eo.nl/bijbelse-achtergrond/joodse-feesten